Opdracht

Er is maar één manier om participerende observatie toe te passen en dat is erop af gaan. Dus ga (voor zover dat nog niet is gebeurd) op pad en probeer middels observatie zicht te krijgen op je groepering. Verken de leefsituatie, schrijf op wat je opvalt. Waar heb je vragen over, waar erger je je aan, wat verwondert je etc.. Let daarbij op de kleine details! Kijk hoe jouw groepering bijvoorbeeld omgaat met tijd en ruimte.

Deze vragen vormen de basis voor de volgende stap, probeer aan te sluiten bij een activiteit, doe gewoon mee en geef je ogen en oren goed de kost. Schrijf wederom op wat je opvalt.

Hiermee heb je een mooie basis verzameld om eens met iemand van de groepering in gesprek te gaan en een antwoord te krijgen op alle vragen die je inmiddels hebt verzameld.

Uitwerking

Wat mij vooral is opgevallen is dat iedereen zijn eigen verhaal heeft. Iedereen heeft zijn eigen verhaal waarom hij/zij dak- of thuisloos is geworden. Je kunt ze dus niet over een kam scheren, omdat er ontzettend veel verschillende oorzaken zijn. Je hebt bijvoorbeeld al het verschil van vrijwillig dak- of thuisloos worden, deze mensen ontrekken zich aan de maatschappij omdat ze er niet in kunnen leven, hiertegenover heb je mensen die door omstandigheden dak- of thuisloos zijn geworden. De redenen hiertoe zijn heel verschillend. Het gaat dan bijvoorbeeld om scheiding, verslaving, ontslag op het werk, noem maar op. Bij deze doelgroep merk je dat het grootste deel van dag tot dag leeft. Enkele kijken verder naar de toekomst, en proberen de situatie te veranderen. Wat betreft de instellingen, ze hebben verschillende doeleinden. De ene zorgt alleen voor dagactiviteiten, bij de andere kan je een jaar wonen. Ze leven allemaal van een klein bedrag dat ze krijgen aan leefgeld, en sommige proberen hier iets bij te verdienen door bedelen, het verkopen van de daklozenkrant en vrijwilligerswerk te doen (en dit aan te geven bij het participatiehuis, ze krijgen dan 1 euro per uur als vergoeding).  Wat mij vooral heeft verwonderd is dat ze geen behoefte hebben aan medelijden. Omdat dak- en thuislozen een aantal afwijkende identiteitsdimensies en gedragingen hebben (Zimbardo, Johnson, McCann, Moons, Bouman & Caffin, 2013) voelen ze zich anders als ons. Dit heeft ook te maken met de self fulfilling propecy. Dit wil zeggen dat je door naar een aanvankelijk onjuiste definitie an de situatie gaat handelen wordt deze onjuiste definitie juist waar (Jager, Mok & Sipkema, 2009). Ze worden door “gewone” burgers als anders gezien, en daardoor willen ze vaak niet meer met hen te maken hebben. Ze gaan zich dan ook anders voelen. Als voorbeeld hierbij neem ik een dakloze die vaak te vinden is op het station in Sittard. Hij is altijd opzoek naar sigarettenpeuken die op de grond liggen, om hier nog een beetje van te kunnen roken. Hij heeft er geen behoefte aan dat iemand hem een hele sigaret aanbiedt. Ze hebben dus allemaal hun eigen manier van leven gevonden. Ikzelf heb hier veel meer begrip en interesse voor gekregen, door de verschillende verhalen die uit de interviews zijn gekomen.


Deze activiteit hebben we nog niet uitgevoerd, maar gaan we zeker nog doen! Het is de bedoeling dat we mee gaan lopen met de zwerversroute in Eindhoven. Bij deze route mag je geen paspoort, telefoon, sigaretten etc. meenemen, tijdens een wandeltocht van 19 kilometer door Eindhoven. Meer informatie hierover volgt dus later!


Bronnen

Zimbardo, P. G., Johnson, R. L., McCann, V., Moons, A., Bouman, G., & Caffin, E. (2013). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson. (Hieruit: hoofdstuk 10, blz. 389-428)

Jager, H. de., Mok, A.L. & Sipkema, G. (2009). Grondbeginselen der Sociologie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. (Hieruit: Hoofdstuk 9, Hoofdstuk 10 en Hoofdstuk 11)