Life-event 1: D. werd door zijn vader mishandeld. Dit heeft er voor gezorgd dat hij zelfs een keer de kindertelefoon heeft gebeld voor hulp. Zij hebben uiteindelijk er een officiële melding van gemaakt en zo is hij al op vroege leeftijd uit huis geplaatst.
Ondanks de mishandelingen Vond D. heeft D. het onwijs zwaar gehad, bij de uit huisplaatsing. Hij zegt dat hij zijn kinderen later met al zijn liefde wil opvoeden en geven die hij zelf tekort is gekomen.
Life-event 2: D heeft een tijdje bij een voogd thuis gewoond. Hier had hij een slechte band mee. Hij is uiteindelijk uit huis gegooid (zoals, D het aangeeft) en heeft hierdoor een tijd op straat geleefd. Ook heeft hij vaak bij vrienden onderdak gekregen wat je kan typeren als thuisloos.
Dit Life-event heeft er voor gezorgd dat hij veel waarde is gaan hechte aan vriendschap en als mensen iets voor je doen. Iemand die bij hem aankomt om hulp te vragen, helpt hij met heel zijn hart.
Life-event 3: D. heeft altijd voor zijn eigen spullen moeten zorgen en is nooit verwend geworden. Hij kreeg met kerst zelfs van niemand cadeautjes, omdat hij vrijwel geen contact had met familie. Hij kan er ook niet tegen als hij kinderen ziet die van hun ouders alles krijgen wat ze maar willen.
Ook al heeft D. altijd voor zijn eigen spullen moeten zorgen, hij ziet dit als iets positiefs. Wanneer hij later zelf kinderen zou krijgen, Wilt hij dat ze voor hun eigen spullen en geld werken. Dit betekent natuurlijk dat hij ze nooit iets extra’s zou willen geven.

Alle drie de life-events komen voor uit een negatieve gebeurtenis waaruit een groeibevordering is voortgekomen. D. weet hoe hij er nu voor staat en hoe hij het in de toekomst anders zou willen doen door de life-events.

Bij het generalistische model is D. door zijn life-event anders tegen de maatschappelijk verwachtingspatroon gaan aan kijken. Het heeft nu de inrichting bepaalt van zijn eigen leven en van in de toekomst. Dit zie je vooral terug bij life-event.3.

In de toekomst wil D. alles op orde hebben. Hij wil graag een baan met dus een vast inkomen en een huis. Momenteel woont D. nog in een klein appartementje waarvan hij de huur maandelijks moet betalen. Hij zit zo school en daarnaast werkt hij voor rond te komen. Het plaatje zou helemaal compleet zijn als hij een vrouw zou hebben waarmee hij iets op kon bouwen. Hij noemt zichzelf iemand die gelukkig is in de term, huisje, boompje, beestje.

Iets wat hij jongeren wilt meegeven, is dat ze van het leven moeten genieten en hard moeten werken voor hun toekomst. Niks komt vanzelf aanwaaien en D. spreekt hier uit ervaring. Ze moeten dankbaar zijn voor de mensen die ze om zich heen hebben en koester dit.